Het bankwoordenboek voor tieners

We weten dat banktermen verwarrend kunnen zijn, dus hebben we hier bij Rise besloten om alles wat begrijpelijker te maken door onze eigen Bankwoordenboek op te stellen.  

‍

Laten we beginnen met de basis: 

‍

• Ontvanger/Begunstigde: een persoon die geld ontvangt, bijvoorbeeld een maandelijkse toelage van mama of papa.

‍

• Bankoverschrijving: een bankoverschrijving betreft het versturen van geld van een bankrekening naar een andere. Met de RISE-app kun je dit met slechts enkele snelle klikken doen. 😇

‍

• Geldautomaat: een machine die contant geld verstrekt of andere bankdiensten verricht wanneer een rekeninghouder zijn bankkaart inbrengt. Als je een nieuwe jeans wilt kopen met contant geld, zul je een geldautomaat moeten gebruiken.

‍

• Rekeningsaldo: de exacte hoeveelheid geld op je rekening op het exacte moment van controleren. Meer nodig? Misschien kun je wat vrienden naar RISE verwijzen om dat saldo op te krikken. 👀

‍

• Rekening: een bankdienst waarmee het geld van een klant kan worden beheerd en gevolgd. (Insert RISE). Hier is een voorbeeld van een geweldige bankdienst: shameless self-plug. 😂

‍

• Bankafschrift: een bankafschrift is een lijst van alle transacties voor een bankrekening over een maandelijkse periode. Op het afschrift staat al het geld dat van en naar je rekening is gegaan, evenals het begin- en eindsaldo voor de periode. Eventuele 'toevallige' aankopen van AirPods zullen hier dus zeker op te zien zijn. 😉

‍

• Geldopname: het proces waarbij geld van een rekening wordt gehaald. Met Rise kun je dit onmiddellijk doen, of wanneer je een geldautomaat gebruikt.

‍

Redelijk makkelijk te begrijpen tot nu toe. Laten we een stapje verder gaan. 

‍

• Debetkaart: een kleine plastic kaart waarmee de eigenaar elektronisch geld van zijn bankrekening kan overmaken wanneer hij iets koopt. Niet te verwarren met een kredietkaart.
  
  
• Kredietkaart: een andere kleine plastic kaart die door een bank wordt uitgegeven en waarmee de houder goederen of diensten op krediet kan kopen. 

‍

• Valuta: een geldstelsel dat in een bepaald land algemeen gebruikt wordt. Als je naar het buitenland reist, kunt je je kaart zonder extra kosten gebruiken wanneer je in een ander land bent. ✈️

‍

• Bestedingslimiet: het maandelijkse, wekelijkse of dagelijkse maximumbedrag aan bestedingen per rekening op basis van de door je ouders vastgestelde limieten. 

‍

• Spaarrekening: een spaarrekening is een basistype bankrekening waarmee je geld kunt storten, veilig bewaren en opnemen, en dat alles terwijl je rente ontvangt. Dus hoe meer geld je kunt sparen en op deze rekening kunt zetten, hoe meer geld je in de toekomst zult kunnen gebruiken en uitgeven (of sparen). Het is net alsof je gratis geld krijgt. Best cool hé? 😎

‍

Neem even iets te eten, want nu volgt het technische gedeelte.

• Europese Centrale Bank (ECB): de grote jongens; de centrale bank voor de euro. De ECB beheert het monetaire beleid van de eurozone, die uit 19 EU-lidstaten bestaat en een van de grootste valutazones ter wereld is. De centrale bank helpt de Europese markten stabiel en overeind te houden, zodat wij die zuurverdiende munt met meer vertrouwen kunnen uitgeven.  

‍

• Debetstand: er is sprake van een debetstand als geld van een bankrekening wordt opgenomen en het beschikbare saldo tot onder nul daalt. Geen topper!

‍

• Schuldeiser: een schuldeiser is iemand aan wie geld verschuldigd is of iemand die krediet verleent. Krediet moet je altijd terugbetalen. 

‍

• Schuld: een som geld die verschuldigd is. Het is een feit dat schulden altijd vereffend moeten worden.

‍

• Rente: rente is het geld dat je verschuldigd bent als je geld leent of dat je betaald krijgt als je geld uitleent. Wanneer je rente verschuldigd bent, wordt dit berekend als een percentage van de lening (of deposito) die je hebt genomen. Je verdient rente als je geld uitleent of op een rentedragende bankrekening zet. 

‍

• Rentevoeten: eenvoudig gezegd is een rentevoet een tarief dat een geld- of kredietverstrekker aanrekent aan een kredietnemer. Vanuit het oogpunt van de lener is het de ‘extra kost’ van het lenen, en vanuit het oogpunt van de kredietgever is het de beloning voor het lenen.
  
  
• Jaarlijks rendement: dit is het bedrag dat je in een jaar verdient op geld dat je op een spaarrekening stort. Hoe hoger het percentage, hoe meer rendement je op je geld krijgt.
  
  
• Jaarlijks kostenpercentage (JKP): JKP is de totale kostprijs van je lening voor een jaar. Het is een jaarlijkse rentevoet die wordt aangerekend aan een persoon die geld leent. Nogmaals, hoe hoger het JKP, hoe meer geld je teruggeeft bovenop je oorspronkelijke lening.
  
  
• Samengestelde interest: simpel gezegd, rente die je verdient op rente. Als je dus € 1000 op een spaarrekening zet met een jaarlijks rendement van 5%, heb je in één jaar € 1050, het volgende jaar € 1102,50, enz.
  

Ziezo, je bent goed op weg om het bankjargon onder de knie te krijgen.

‍

• IBAN (International Bank Account Number): een IBAN is een internationaal nummeringssysteem voor bankrekeningen wereldwijd. Het is een code van maximaal 34 tekens die wordt gebruikt om individuele rekeningen te identificeren.
  
  
• CVV/CVC code (Card Verification Value/Code): een CVV is het drie- of viercijferige nummer op je kaart dat een extra beveiligingslaag toevoegt wanneer je aankopen doet.